Geen mens geniet, wanneer de aarde hem
bedekt en hij in diepe duisternis
de woning van Persephone betreedt,
nog langer van het horen van de lier
of een fluitist, of Dionysos’ gift
die feestend aan de lippen wordt gebracht.
Met dat in mijn gedachten mag mijn hart
plezier beleven, nu mijn knieën soepel
buigen en mijn hoofd nog stevig staat. (973-978)
– Theognis van Megara, Luister naar mij. Elegieën over leven en liefde (vert. Hugo Koning), Damon, Eindhoven, 2017, p. 90.